Vandaag treedt een beleidswijziging in werking die is opgelegd door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, met ernstige gevolgen voor Sea-Watch en andere NGO’s die schepen onder Nederlandse vlag varen. De beleidswijziging, die overhaast en zonder overgangsperiode voor Sea-Watch wordt doorgevoerd, laat zien waartoe de Nederlandse regering bereid is om de legitiem werk in het maatschappelijk middenveld te verhinderen – een strategie die zij deelt met andere EU-lidstaten die misbruik maken van hun macht in een gecoördineerd optreden tegen reddingsoperaties in de Middellandse Zee. Uit interne communicatie tussen Nederlandse ministeries, die door de WOB aan het licht is gebracht, blijkt dat veiligheidszorg nooit de drijvende kracht is geweest voor deze beleidswijziging, maar dat het deel uitmaakt van het Europese repertoire van tactieken om civiele reddingsoperaties te belemmeren.
Na het geplande onderhoud te hebben voltooid en op vrijdag 15 maart jl. nogmaals een succesvolle inspectie te hebben doorstaan, zou de Sea-Watch 3 op zondag 17 maart jl. terugvaren naar de SAR-zone. Echter, de intentie van de vlaggenstaat om dit koste wat het kost te voorkomen is onmiskenbaar.
Totdat de Nederlandse overheid ervan overtuigd is dat Sea-Watch voldoet aan de strengere technische eisen onder de nieuwe regelgeving, is Sea-Watch genoodzaakt haar huidige missie op te schorten en zal zij opnieuw worden onderworpen aan een reeks zinloze regelgevings processen. „Het is onbegrijpelijk dat onze eigen vlaggenstaat ons werk probeert te ondermijnen, terwijl we consequent laten zien dat we een zeer goed uitgerust reddingsschip hebben dat de verplichte veiligheidsnormen overtreft; een feit dat de Nederlandse ‚Inspectie Leefomgeving en Transport‘ afgelopen zomer zelf ook concludeerde in een grondige vijfjaarlijkse inspectie van ons schip, toen het illegaal in de Maltese haven van Valletta werd vastgehouden.“, aldus Johannes Bayer, voorzitter van Sea-Watch.
Het ministerie beweert zorgen te hebben voor de ‘veiligheid’ van geredde mensen die Sea-Watch aan boord zou krijgen. „We kunnen niet verantwoordelijk worden gesteld voor de huidige staat waarin schipbreukelingen op onmenselijke wijze te lang op zee worden gehouden. De situatie duidt echter op de verwijtbaarheid van bepaalde Europese staten die misbruik maken van hun macht. Bij een volgende redding is een nieuwe lange impasse waarschijnlijk, maar blijft onaanvaardbaar. Ons schip blokkeren uit veiligheidsoverwegingen is een fundamenteel onlogisch argument wanneer het alternatief is dat mensen zullen verdrinken.“, zegt Bayer. Het langdurig op zee houden van schipbreukelingen is een schending van het internationaal recht en zal daarom nooit de verantwoordelijkheid zijn van Sea-Watch of elk ander schip dat hulp verleent in een noodsituatie. Maritieme reddingscoördinatie instanties zijn wettelijk verplicht om onverwijld een veilige haven toe te wijzen voor schipbreukelingen.
Onder de Wet Openbaarheid van Bestuur heeft Sea-Watch inzicht gekregen in het historische proces dat aan deze beleidswijziging ten grondslag ligt. De verkregen informatie bevestigt onze argumenten dat veiligheid voor de Nederlandse overheid niet de prioriteit is geweest ten aanzien van NGO-schepen die onder Nederlandse vlag varen en migranten redden. Toen het kabinet een week voor de EU-top over migratie in juni vorig jaar een spoedoverleg bijeenriep met de ministeries van Justitie en Infrastructuur, was het doel om nieuwe manieren te vinden om NGO-schepen te reguleren in het kader van het migratiebeleid. Tot op heden zijn er geen veiligheidsincidenten in de SAR-operaties van NGOs geweest die aanleiding hadden kunnen zijn voor dit nieuw beleid. Het politieke en cynische karakter van dit proces wordt eveneens benadrukt in het feit dat elk voorstel voor een beleidswijziging ter goedkeuring werd voorgelegd aan het Directoraat-Generaal Migratie van de ministeries van Justitie, en Buitenlandse Zaken, welke geen mandaat of bijdrage heeft ten aanzien van de veiligheid van schepen.
Hoewel de nieuwe regelgeving niet van toepassing is en niet het punt van discussie hoort te zijn, blijft Sea-Watch bereid en in staat om haar naleving van veiligheidsregels en certificering te garanderen. Sea-Watch blijft er echter op aandringen dat de Nederlandse overheid op juiste wijze een wetswijziging voor schepen van onze classificatie doorvoert. Het is zeer zorgwekkend dat er in plaats daarvan een overhaaste beleidswijziging op Sea-Watch en andere NGO’s wordt afgedwongen, met onvoldoende tijd voor voorbereiding en met alle gevolgen van dien. Er is geen garantie dat het ministerie in de toekomst niet weer dergelijke willekeurige beleidswijzigingen zal opleggen. Sea-Watch trekt de legitimiteit van dit proces, en de achterliggende motieven van de Nederlandse staat, in twijfel; om ons te verzuipen in technische en bureaucratische oppervlakkigheden terwijl talloze mensen op zee blijven verdrinken?
Hier vindt u een semengevatte en becommentarieerde versie van de informatie die wij via de Wet Openbaarheid van Bestuur hebben verkregen, alsmede de originele documenten: Dropbox-Link.